WAT WIJ GELOVEN

De Heilige Schrift

De Bijbel en de Bijbel alleen is het gezaghebbende Woord van God. De Bijbel alleen heeft het definitieve gezag in het bepalen van alle doctrinaire waarheden, geloof en gedrag. De originele Geschriften zijn geïnspireerd door Gods Geest en feilloos.

(2 Timotheüs 3:16; 2 Petrus 1:20-21; Spreuken 30:5; Romeinen 16:25-26, 1 Thessalonissenzen 2:13).

De Drieeenheid

Er is één God, eeuwig bestaand in drie personen: Vader, Zoon en Heilige Geest. Deze drie zijn gelijkwaardig en voor eeuwig tezamen bestaand. Schepper van alle dingen.

(Deuteronomium 6:4; Filippenzen 2:6; 1 Johannes 5:7; Genesis 1:26; Mattheüs 3:16-17, 28:19; Lucas 1:35; Jesaja 9:5; Hebreeën 3:7-11; 1 Korintiërs 12:4; 2 Korintiërs 13:14; Efeziërs 4:3-6; Johannes 14:16,23, 15:26; Titus 3:4-7).

Jezus Christus

Jezus Christus is God de Zoon, de tweede persoon van de Drieeenheid. Op aarde was Jezus 100% God en 100% mens. Hij is de enige Man die ooit een zondeloos leven geleefd heeft. Hij was geboren uit een maagd, leefde zonder zonde, deed wonderen, stierf aan het kruis voor de mensheid en heeft daardoor onze zonde weg gewassen, door het uitstorten wan Zijn bloed. Op de derde dag stond Hij op uit de dood, naar de Schrift zit Hij vandaag aan rechterkant van de Vader, en zal opnieuw in macht en glorie terugkeren.

(Johannes 1:1,14, 20:28; 1 Timotheüs 3:16; Jesaja 9:6; Filippenzen 2:56; 1 Timotheüs 2:5, Kolossenzen 1:15-16).

De Maagdelijke Geboorte

Jezus Christus werd verwekt door God de Vader, door de Heilige Geest (de derde persoon van de Drievuldigheid) in de schoot van de maagd Maria; daarom is hij de Zoon van God

(Mattheüs 1:18-25; Lucas 1:27-35; Jesaja 7:14).

De mens: zijn val en verlossing

De mens was goed en rechtvaardig geschapen, naar Gods beeld en gelijkenis, maar door de overtreding en zondeval van Adam is zonde de wereld binnen gekomen.

De Bijbel leert dat “allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods” en “niemand is rechtvaardig, ook niet één” (Romeinen 3:10,23).

Zijn enige hoop voor redding, is in Jezus Christus, de Zoon van God. Hij is naar de aarde gekomen om de werken van de duivel te verbreken. Jezus Christus gaf Zijn leven en stortte Zijn bloed uit om de mens te verlossen en te herstellen met God. Iedereen die het offer van Jezus aanvaardt, als Gods geschenk aan de mens, wordt door God rechtvaardig verklaard, op grond van zijn geloof in het volbrachte werk van Christus Jezus.

(Genesis. 1:26-31, 3:17; Romeinen 5:12-21; 8:32-33; 1 Johannes 3:8; 2 Korintiërs 5:21)

Het Bloed Van Jezus

Het Bloed dat Jezus Christus op het Kruis van Golgotha vergoot was zondeloos en voor 100% in staat om mensheid van alle zonde te reinigen. Jezus droeg de straf voor zowel onze zondige natuur als voor onze zonden, daardoor wordt iedereen die in Zijn offer gelooft, vrijgesproken van de straf van de zonde, welke de dood is.

(Mattheüs 26:28; 1 Johannes 1:7; Openbaring 1:5, 5:9, 12:11; Kolossenzen 1:20; Romeinen 5:9; Johannes 1:29).

Wedergeboorte

Om God te kennen en is de wedergeboorte door de Heilige Geest absoluut noodzakelijk.

(Johannes 3:3-7; 6:44, 65;1 Johannes 5:11-12).

Redding

Wij zijn gered door genade door geloof in Jezus Christus; Zijn dood, begrafenis, en verrijzenis. Redding is een geschenk van God, en niet een resultaat van onze goede werken of van enige menselijke inspanning.

(Efeziërs 2:89; Galaten 2:16, 3:8; Titus 3:5; Romeinen 10:9-10; Handelingen 16:31; Hebreeën 9:22).

Bekering

Bekering is de toewijding om zich af te keren van elke zonde, op elk gebied van ons leven en om Christus te volgen, waardoor we Zijn verlossing ontvangen en wedergeboren worden door de Heilige Geest. Door bekering ontvangen wij vergiffenis van zonden en redding.

(Handelingen 2:21,38, 3:19; 2 Korintiërs 7:10; 1 Johannes 1:9).

De waterdoop

Na zijn geloof in het volbrachte werk van Jezus Christus, wordt de nieuwe bekeerling bevolen, door het Woord van God, om zich, in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest te laten onderdompelen in water. Door de waterdoop identificeert de gelovige zich met de dood, de begrafenis en opstanding van Christus.

(Mattheüs 28:19;Romeinen 6:4; Kolossenzen 2:12; Handelingen 2:38; 8:36-39)

De doop in de Heilige Geest

Op Pinksteren gegeven, is het de belofte van de Vader, door Jezus na Zijn hemelvaart gezonden, om de Kerk kracht te geven om het Evangelie over de gehele aarde te verkondigen.

(Joel 2:28-29; Mattheüs 3:11; Marcus 16:17; Johannes 14:16-17; Handelingen 1:4-5,8, 2:1-4, 17-18, 38-39, 8:14-17, 10:38, 44-47, 11:15-17, 19:1-6).

Heiliging

De Bijbel leert dat zonder heiliging geen mens God zal zien. Heiliging is het definitieve maar toch voortdurende proces van genade en overgave aan Gods Geest en Gods Woord om zodoende het karakter van Christus Jezus in ons te ontwikkelen. Het is door de huidige bediening van de Heilige Geest en het Woord van God dat de Christen in staat is een godsvruchtig leven te leiden.

(1 Korintiërs 1:30; 2 Korintiërs 3:18, 6:14-18; 1 Thessalonissenzen 4:3, 5:23; 2 Thessalonissenzen 2:13, Romeinen 8:29, 12:12, Hebreeën 2:11; 12:14).

Jezus Christus woont in alle gelovigen

Christenen zijn mensen die de Heer Jezus Christus hebben uitgenodigd om in hen te wonen door Zijn Heilige Geest. Zij geven het gezag van hun leven over aan Hem en daardoor maken ze Hem niet alleen tot de Heer van hun leven maar ook tot Redder van hun leven. Zij stellen hun vertrouwen in wat Jezus voor hen verwezenlijkte toen hij stierf, werd begraven en opstond vanuit doden.

(Johannes 1:12; Johannes 14:17, 23; Johannes 15:4; Romeinen 8:11; Openbaring 3:20).

De gaven en vrucht van de Heilige Geest

De Heilige Geest manifesteert Zich door een verscheidenheid van geestelijke gaven om de Gemeente op te bouwen en te heiligen. Hij geeft het bewijs van de opstanding en bevestigt de kracht van het Evangelie. De vrucht van de Heilige Geest uit Zich in de gelovige zoals beschreven in Galaten 5:22.

(Hebreeën 2:4; Romeinen 1:11,12:48; Efeziërs 4:16; 2 Timotheüs 1:5-16, 4:14; 1 Korintiërs 12:1-31, 14:1-40; 1Petrus 4:10).

De Gemeente of de Kerk

De Gemeente is het Lichaam van Christus, de tempel van God in de Geest, met goddelijke afspraken voor de vervulling van de grote opdracht van Jezus. Elke persoon die uit de Geest geboren is, is een integraal deel van de gemeente, als lid van het lichaam van gelovigen. Er is een geestelijke eenheid van alle gelovigen in onze Heer Jezus Christus.

(Efeziërs 1:22, 2:19-22; Hebreeën 12:23; Johannes 17:11, 20-23).

De Maaltijd des Heren, het Verbondsmaal:

Een unieke tijd van gemeenschap in de tegenwoordigheid van God, wanneer het brood en de wijn (het Lichaam en het Bloed van onze Heer Jezus Christus) genomen worden, in herinnering aan het offer van Jezus op het Kruis.

(Mattheüs 26:26-29; Marcus 16:16; Handelingen 8:12, 36-38; 10:4748; 1 Korintiërs 10:16, 11:23-25).

Genezing van de zieken

Het genezen van de zieken maakte deel uit van de bediening van Jezus Christus en maakt deel uit van de opdracht die Jezus aan Zijn discipelen gaf. Het is gegeven als een teken, dat de gelovigen volgt. Het is het voorrecht voor elk lid van de Gemeente vandaag. Het maakt ook deel uit van het verlossingswerk van Jezus en is één van de gaven van de Geest.

(Psalm 103:1-3; Jesaja 53:4-5; Mattheüs 8:16-17; Marcus 16:17-18; Handelingen 8:67; Jacobus 5:14-16; 1 Korintiërs 12:9, 28; Romeinen 11:29; 1 Petrus 2:24).

Gods wil voor voorziening

Het is de wil van de Vader dat alle gelovigen, op elk gebied van hun leven compleet, gezond en succesvol zijn om anderen tot zegen te zijn. (Genesis 12:2)

De opstanding

Jezus Christus stond lichamelijk op uit de dood in een verheerlijkt lichaam, drie dagen na Zijn dood aan het kruis. Eveneens zullen gelovigen en ongelovigen uit de dood opstaan, zij het de rechtvaardigen in een opstanding ten leven en de onrechtvaardigen tot een opstanding ten oordeel.

(Lucas 24:16, 36-39; Johannes 2:19-21, 5:29; 20:26-28, 21:4; Handelingen 24:15; 1 Korintiërs 15:42, 44; Filippenzen 1:21-23, 3:21).

De hel

Iemand die, na eenmaal geleefd te hebben op aarde, lichamelijk sterft in zijn zonden, zonder Christus aanvaard te hebben, is zonder hoop en gaat voor eeuwig verloren in de poel van vuur. God zal alle ongelovigen oordelen en naar de hel sturen waar ze eeuwig gekweld zullen worden, samen met de duivel en de gevallen engelen.

(Mattheüs 25:41; Marcus 9:43-48; Hebreeën 9:27; Openbaring 14:9-11, 19:20, 20:12-15, 21:8).

De wederkomst van Christus

Jezus Christus zal eerst Zijn Bruid komen halen voor het grote Bruiloftsfeest. Eerst zullen zij die in Christus gestorven zijn uit de doden opstaan, daarna zullen de levende gelovigen, samen met hen in een oogwenk weggevoerd worden, de Heer tegemoet. Na de grote verdrukking zal Hij samen met Zijn heiligen terugkeren naar de aarde om er 1000 jaar te regeren.

(Mattheüs 24:30, 26:63-64; Handelingen 1:9-11; 1 Thessalonissenzen 4:15-17; 2 Thessalonissenzen 1:7-8; Openbaring 1:7; 5:10; 20:6)

 

naar boven

 

 

JEZUS IS HEER

Deze Jezus heeft God tot Heer en Christus gemaakt.
Handelingen 2:36

 

 

 

 

 

HOME JEZUS REDT JEZUS GENEEST KENT U JEZUS ARTIKELEN BIJBELS BIJBELSTUDIE JEZUS KOMT